Veelgestelde Vragen

Ontdek hier het antwoord op een aantal vaak gestelde vragen.
STEM ecosysteem

De meeste antwoorden op vragen rond STEM in het onderwijs kaderen we binnen het STEM-ecosysteem. Dit ecosysteem toont welke verschillende partijen in en om de school bijdragen aan een geöliede machine om kwalitatief en geïntegreerd STEM-onderwijs te ontwikkelen en te implementeren op school. Het tandwiel met het multidisciplinair teacher design team staat hier centraal en moet ondersteund worden door de andere tandwielen om vlot te kunnen draaien. Een goede visie vanuit de schooldirectie en/of teamleden vormt hier een belangrijk startpunt en kader om vanuit te vertrekken. Kwaliteitsvolle STEM met het oog op het bereiken van de gevalideerde STEM-doelen) begint dan ook met een goede samenwerking tussen al deze partijen met als uiteindelijke doel om de leerlingen goed STEM-onderwijs te bieden.

STEM kan een vak zijn, maar dat hoeft niet altijd. Leerinhouden en vaardigheden uit verschillende (minstens 2) STEM-disciplines kunnen geïntegreerd aangebracht worden in een specifiek STEM-vak, maar deze kunnen ook in de afzonderlijke vakken aan bod komen waarbij er dan expliciet linken gelegd worden met de inhouden en vaardigheden uit de andere vakken. De keuze om een toegewijd STEM-vak in te richten of om eerder in te zetten op het expliciet integreren van STEM in afzonderlijke vakken is eigen aan de school en kan verschillend zijn afhankelijk van de studierichting.

Van de leerlingen wordt verwacht dat zij de kennis, de vaardigheden en attitudes van (minstens twee) vakken duidelijk combineren om tot een oplossing voor een uitdaging/probleem/vraag te komen. Dit combineren wordt integratie genoemd.

Dat wordt door velen zo voorgesteld maar dat doet aan afbreuk aan een belangrijk doel van STEM. STEM mag zeker niet omwille van zijn selectief potentieel ingevoerd worden maar omwille van zijn opvoedkundige en  maatschappelijke betekenis.

Soms is STEM oude wijn in nieuwe zakken en is het is dan ook niet correct om het als alternatief voor Latijn voor te stellen.

Werk binnen STEM vooral aan het proces,. Leer leerlingen dat ze mogen falen en dat ze hier veel uit kunnen leren.

Een niet-werkend prototype kan een erg waardevol iets zijn om van te leren via reflectie. Laat de leerlingen dan ook reflecteren over wat de achterliggende problemen zijn en wat ze bij een (mogelijk) volgende prototype anders zouden doen of welke kennis en vaardigheden ze nog zouden willen bijleren om dit toch tot een functioneel eindresultaat te brengen.

Zorg er wel voor dat leerlingen ook regelmatig succeservaringen opdoen door niet elk project té moeilijk te maken.

Hiervoor verwijzen we naar onze vorming rond evaluatie.

De (huidige) eindtermen verwijzen expliciet naar geïntegreerde STEM. Zo leren de leerlingen omgaan met problemen uit de dagelijkse realiteit, die enkel opgelost kunnen worden door interdisciplinair te werken. STEM is een springplank voor meer samenwerking tussen leerkrachten over de vakken heen. Zo kunnen ze naast het delen van inhoudelijke en didactische praktijkkennis ook een betere inschatting maken van alle talenten van de individuele leerlingen. 

Tenslotte vormt een geïntegreerde STEM-aanpak een ideale manier om aan 21ste eeuwse vaardigheden en attitudes te werken.

'De problemen en uitdagingen in de complexe wereld van vandaag en morgen vereisen niet enkel en alleenkennis en vaardigheden uit de specifieke disciplines maar ook interdisciplinaire vaardighedenzoals probleemoplossend denken, creativiteit, kritische denken, samenwerken … m.a.w. 21ste eeuwse vaardigheden.' (uit memorie van toelichting).

Samenwerking hoeft niet beperkt te blijven tot collega’s binnen de school. Externen, zoals experten met ‘state-of-the-art’ kennis en ervaring uit de industrie of pedagogisch-inhoudelijke experten, kunnen vaak dan ook een nuttige toevoeging betekenen, ook als rolmodel. We moedigen dergelijke samenwerkingen dan ook sterk aan.

Een netwerk uitbouwen met relevante STEM-partners geeft je meer kansen om je STEM-onderwijs vorm te geven met maximale ontwikkelingskansen voor alle leerlingen.

We denken hierbij aan bedrijven uit de buurt, onderzoekers, ouders, oud-leerlingen, vzw’s, VOKA, lerarenopleidingen, onderwijsondersteuningsdiensten, pedagogische begeleidingsdiensten,  sectororganisaties, vlajo, RTC’s, …

Je kunt samen met een aantal collega’s een STEM-project introduceren in één van de vakken. In zo’n STEM-project zijn typisch enkele deelproblemen die kunnen opgelost worden in een apart vak, daar kan dan ook verder aan gewerkt worden in deze afzonderlijke lessen. Na het oplossen van zo’n deelprobleem kan de oplossing dan teruggekoppeld worden naar het vak waar het STEM-project geïntroduceerd werd.

Een alternatief is om te werken met project-dagen. Ook dan moet er goed overlegd worden tussen de vakleerkrachten om te bespreken wanneer de nodige theorie gezien wordt. 

Nee, techniek is één van de disciplines die aan bod kunnen komen in STEM. Techniek wordt pas STEM als het gecombineerd wordtmet minstens één andere discipline.

Ja. Leerinhouden uit de afzonderlijke disciplines blijven bestaan en kunnen apart gegeven worden of in het kader van een STEM-project. Er moet wel over gewaakt worden dat er voldoende aandacht is voor de samenhang en de 21ste eeuwse vaardigheden.

Leerkrachten kunnen elk hun sterktes inzetten om het materiaal te ontwikkelen. Je bekomt automatisch ook een meer multidisciplinair pakket als je met meer verschillende leerkrachten gaat samenwerken. Je kan constructieve feedback ontvangen van je collega’s die vanuit een ander standpunt naar dezelfde inhouden en leeractiviteiten kijken.

Veel hangt natuurlijk af van je eigen temperament en van wat de leerlingen al geleerd hebben. Wil je de aanpak meer open maken, dan doe je dit best geleidelijk aan. Ook niet elk onderwerp is geschikt voor een open aanpak. Ga dus steeds op zoek naar de meest geschikte aanpak.

De aanpak hoeft niet dezelfde te zijn gedurende het volledige STEM-project maar kan verschillen per leeractiviteit.

Neem alvast een kijkje op onze toolpagina rond STEM-concepten en schrijf je in voor onze vorming rond STEM-concepten.

STEM-vaardigheden gaan over overkoepelende vaardigheden - die je niet aan slechts één discipline kan toewijzen - én bepaalde 21ste-eeuwse vaardigheden. Denk aan onderzoeks- en ontwerp- en optimalisatie-vaardigheden, zoals brainstormen, probleemoplossend denken, onderzoeken, creatief denken, ontwerpen, testen en verbeteren, samenwerken,...

Geen paniek, want niemand is er momenteel voor opgeleid. STEM overdenk en ontwikkel je het best in groep waarin ‘experten’ zitten voor de aparte STEM-disciplines. Geen enkele leerkracht kan expert zijn in alles maar jij kunt wel bijdragen vanuit jouw discipline. Zoek dus de collega’s die hiertoe kunnen bijdragen om je team te vervolledigen. Het zal inderdaad stapsgewijze professionalisering vereisen, dus geef jezelf tijd om vernieuwingen uit te proberen en om bij leren, maar vooral door expertise te delen tussen collega’s met als doel kwaliteitsvol STEM-onderwijs.

Of je nu werkt met STEM-projecten, een STEM-vak, of STEM-dagen, het is heel belangrijk om altijd thema’s te kiezen die aansluiten bij de leefwereld van de leerlingen. Samenwerkingen zijn mogelijk tussen (bijna) alle vakken. Dankbare vakken om bij STEM te betrekken zijn: PAV, geschiedenis, zorgkunde, economie, artistieke vorming, landbouw, horeca, verpleging, sport, cultuur,… Op die manier kun je ook zorgen dat de S, T, E, en M-inhouden betekenis krijgen binnen niet-STEM richtingen. Je kan best eerst een interessante uitdaging bedenken en daar dan leerinhouden aan koppelen vanuit S,T, E of M.

De ideale STEM-leerkracht is iemand die bereid is om samen te werken met collega’s van andere vakgebieden. Om STEM goed te kunnen geven is er een typische houding nodig (probleemoplossend denken, interdisciplinair, onderzoekend/ontwerpende houding, growth mindset).

Het is belangrijk om een onderwerp/thema te kiezen dat aansluit bij de leefwereld en interesses van de leerlingen en dat ook maatschappelijk relevant is. Dit betekent ook dat je best rekening houdt met de diversiteit in de klas (zie ook de pagina met diversiteit-sensitieve tips). Je hoeft het niet te ver te zoeken. Vaak zijn er binnen de context van de school of de buurt genoeg aanleidingen voor een thema voor een STEM-project (heraanleg van een rotonde, afval op school, geluidsoverlast,...).

Geen probleem! Veel mensen die met deze apparatuur werken, delen onze visie om materiaal te delen. Je kan dus heel wat vinden als je online wat opzoekt.
Een website die je op weg kan zetten is: https://techniekrules.weebly.com/sturingen--ict.html

Bijleren is altijd mogelijk en wordt ook sterk aanbevolen. Daarnaast is het niet noodzakelijk dat elk lid binnen een STEM-team expert is in alles. Jij bent als vakspecifieke leerkracht expert binnen jouw vakgebied, dat is jouw bijdrage aan het team. Als jij niet verantwoordelijk bent voor dergelijke kennis maar een andere collega in het team wel, dan is dat prima zo, zorg er wel voor dat je minstens een basisbegrip hebt van hoe jouw vak raakt aan die kennis van dat andere vak zodat je de link kan leggen. Zit er niemand met die kennis in je team, dan is het aan te raden om, al dan niet via de directie, iemand met die kennis toe te voegen aan je team. 

Een alternatief is om meer toegankelijke technologie te gebruiken zoals bijvoorbeeld LEGO-mindstorms, micro:bit, etc.

Bijvoorbeeld onderzoek van materialen, inzicht creëren in instrumenten en materialen.

Eigen aan de arbeidsmarktfinaliteit is dat leerlingen inzichten verwerven rond materialen die ze gebruiken, verbindingstechnieken, productietechnologie, enz. Aangezien hier vaak verschillende mogelijkheden bestaan, elk met zijn voor- en nadelen, kan het onderzoeken van de beste keuze van materiaal / verbindingstechniek / productietechnologie /… binnen een bepaald project een onderzoek op zich zijn. 

Structureer dit wel zoals een wetenschappelijk onderzoek door een goede onderzoeksvraag te stellen, een hypothese te formuleren, te meten, data te verzamelen, deze te analyseren en een gepaste conclusie te formuleren die de onderzoeksvraag beantwoord en de hypothese bevestigd of weerlegt.

Dit is niet de bedoeling. Verzamel collega-leerkrachten rond je die een bijdrage kunnen leveren vanuit de andere STEM-disciplines. Als je niet meteen in je onmiddellijke omgeving hiervoor terecht kan, spreek dan een breder netwerk aan (andere graad, scholengroep/gemeenschap, stagiaires van lerarenopleidingen,....).

Voor leerkrachten is het invoeren van STEM een groeiproces. Verwacht dus niet dat het vanaf het eerste schooljaar direct perfect zal verlopen. Begin met bestaande projecten naar je hand te zetten (bijvoorbeeld op deze website bij projecten). Je hoeft echt het wiel niet opnieuw uit te vinden. Zo kan je al aan de slag gaan. Dit spaart alvast tijd en geeft je een eerste ervaring.

Absoluut, duur materiaal is geen voorwaarde om aan STEM te kunnen doen, met huis-, tuin-, en keukenmateriaal kun je al heel veel bereiken. Het materiaal is een middel en geen doel. Simulaties, bestaande data, maquettes en modellen zijn hier een dankbare en meer toegankelijke optie.

Deze antwoorden zijn tot stand gekomen door onze ervaringen en onderlinge discussies tussen de leden van de cel ‘iSTEM inkleuren’ en partners uit het onderwijsveld. Blijf je op je honger zitten? Neem dan zeker contact op met ons.